Sinds een paar maanden ben ik in het bezit van vier wildvang Hypancistus sp. l410. Ik heb ze gekocht om wat kweekervaring op te doen met L-nummers. De L-nummers zwemmen gewoon rond in mijn discuskweekbakken! De investeringen waren niet al te hoog een paar legholen was meer dan voldoende voor de ouders en de jongen moeten het doen met een paar stukje PVC pijp of een stukje hout.
Tot nu toe hebben de twee paartje vijf legsels afgeleverd. Een legsel heeft ongeveer 25 eieren en de eieren komen rond de 4 á 5 dagen uit. Zij worden goed beschermt door de L-nummer, maar soms worden de jongen per ongeluk uit de leghol waaiert. In dit geval verplaatsen wij deze jongen tijdelijk naar een aanhang-kweekbakje.
Na 1 á 2 weken is dooierzak van de jongen verdwenen en beginnen de jongen in en uit het hol te zwemmen. Uiteindelijk hebben zij zoveel lef, dat zij het hol permanent verlaten. Ondertussen verplaatsen wij de jongen naar een andere kweekbak waar ook jonge discusvissen opgroeien. Het voordeel is dat daar voldoende voedsel is en zij worden niet bedreigd door grote vissen. Gemiddeld groeien de jongen L-nummers 1 cm per maand.
Mijn waterwaardes
Temperatuur: 29 °C
Ph: 7,5
Kh: 4
Gh: 7
Geleidbaarheid: 750 µs
De onderstaande gegevens worden bewerkt!
Wetenschappelijke naam | Hypancistrus sp. (L410) |
Algemene naam | L410 |
Etymologie | Een samentrekking van de Griekse hypo (d.w.z. minder dan) en Ancistrus, in toespeling op de vermindering reflectie aantal tanden (Vooral in de onderkaak) gevonden in deze soort. |
Soort |
|
Maat | 120-150 mm SL. (ongeveer) |
Identificatie | Bij de juiste waterwaarden hebben de vissen een donker bruine tot zwarte lichaamskleur met witte lijnen.Is zeer vergelijkbaar met L066, maar deze heeft meer een witte basis lichaamskleur met zwarte lijnen op de top! De L333 is stomper van kop tot staart dan de meeste andere soortgenoten. |
Geslachtsbepaling | Volwassen mannetjes ontwikkelen tanden-achtige odontodes rond het hoofd en de borstvinnen. Van boven gezien zijn de vrouwtjes steviger (meer massa) dan de mannetjes. Gemakkelijkste manier van geslachtsbepaling is bij halfvolwassen dieren, indien er voldoend hollen aanwezig zijn. De vissen die in de holen blijven zijn de mannetjes. |
Habitat |
|
Distributie | Rio Xingu, Brazilië Amazon, Neder Amazon, Xingu |
pH | 5,5-7 |
Temperatuur | 25-29 °C |
Andere parameter | Gebruik zeer zacht water met een geleidbaarheid van 80-120 mS |
Overige |
|
Voeding | Geeft de voorkeur aan vlezige voedsel zoals garnalen, larven of kwaliteit tabletten. Kan zelfs interesse tonen in sommige groenten. |
Huisvesting | Zanderige ondergronden, hout en meerdere schuilplaatsen (holen, gaten) voor de mannetje. Planten zijn welkom, maar niet nodig, soms worden de planten gegeten. |
Compatibiliteit | Goed te combineren met vissen die hoger in het aquarium zwemmen. Stelt hogere eisen aan zijn leefomgeving als hij de bodem moet delen met andere grondbewoners. Omdat de vissen een beetje schuw zijn, moeten hij ook de gelegenheid krijgen om het voedsel te vergaren! |
Kweken | Zeer eenvoudig. De man houdt ongeveer 50-80 eieren in zijn hol. De jongen verlaten het ouderlijk huis om ongeveer 14 dagen en kunnen gemakkelijk worden gevoed met tabletten en diepvriesproducten. Gebruik een neutrale pH en zeer zacht water temperatuur rond 30 Celsius |